<\/span><\/h2>\nHonden en katten proberen zelden met elkaar te paren, maar je vraagt
\nje misschien af waarom er geen hybride soort kan ontstaan uit het paren
\nvan die twee.<\/p>\n
Een kitten\/puppy hybride klinkt misschien schattig. Tenslotte zijn er
\nin het verleden al kruisingen tussen soorten geweest. Een beroemd
\nvoorbeeld hiervan is het muildier, dat deels ezel en deels paard is. Een
\nander voorbeeld is de lijger, een combinatie van een leeuw en een
\ntijger.<\/p>\n
Katten en honden zijn verschillende diersoorten. Hoewel sommige
\nsoorten kunnen paren en hybrides voortbrengen, delen katten en honden
\ngeen gelijkaardig DNA.<\/p>\n
Wanneer hybride DNA wordt gevormd, zijn de ouderlijke moleculen
\nhomogeen met elkaar. Met andere woorden, ze zijn complementair en lijken
\ngenoeg op elkaar om dezelfde volgorde van basenparen te hebben. Het
\nnieuwe DNA kan worden gevormd omdat, hoewel het ouderlijk DNA van twee
\nverschillende soorten afkomstig was, zij toch voldoende op elkaar leken
\nom te kunnen werken.<\/p>\n
Daarom kunnen honden zich voortplanten met wolven, kunnen tijgers
\nzich voortplanten met leeuwen, en kunnen paarden zich voortplanten met
\nezels.<\/p>\n
Zelfs als katten en honden zouden weten hoe ze fysiek kunnen paren,
\nzouden ze nooit in staat zijn nakomelingen te produceren. Als
\nwetenschappers zouden ingrijpen en het DNA genetisch zouden wijzigen om
\neen hybride kat-hond te cre\u00ebren, zou deze waarschijnlijk niet
\nlevensvatbaar zijn. Als het al geboren zou worden, zou het kort daarna
\nsterven.<\/p>\n
\n- Zie ook: Zijn katten slimmer dan honden? Dit is wat de wetenschap
\nzegt<\/li>\n<\/ul>\n<\/span>Chromosomen<\/span><\/h2>\nDNA wordt in cellen gevonden, gebonden in eenheden die chromosomen
\nworden genoemd. Deze chromosomen komen in paren voor. Katten hebben 38
\nchromosomen, of 19 paren. Honden hebben 78 chromosomen, of 39 paren.
\nSoorten die nauw verwant zijn, zoals tijgers en leeuwen, hebben
\nhetzelfde aantal chromosomenparen. Het produceren van hybride
\nnakomelingen is mogelijk. Honden en katten hebben niet hetzelfde aantal
\nchromosomenparen, dus het produceren van levensvatbare nakomelingen is
\nniet mogelijk.<\/p>\n
<\/span>Paren<\/span><\/h2>\nHonden en katten hebben verschillende paringssignalen en gedragingen
\ndie niet door elkaar worden herkend. Honden- en kattenpoezen worden op
\nverschillende tijdstippen krols. De twee soorten hebben verschillende
\nmanieren van communiceren en tonen niet veel belangstelling om met
\nelkaar te paren. Ook hun voortplantingsorganen verschillen. Het sperma
\nvan een hond kan de eicel van een kat niet bevruchten en vice versa.<\/p>\n
Katten hebben penissen met weerhaken, waardoor ze zich tijdens de
\nparing aan de poes kunnen vastklampen. Deze weerhaken kunnen schade
\ntoebrengen aan poezenvrouwtjes die daar niet op berekend zijn.<\/p>\n
<\/span>Dieet<\/span><\/h2>\nKatten zijn obligate carnivoren, wat betekent dat zij vlees nodig
\nhebben in hun dieet om te overleven. Dit vlees moet afkomstig zijn van
\neen dierlijke bron. Honden zijn omnivoren. De twee dieren hebben
\nverschillende spijsverteringskanalen en hebben verschillende
\nvoedingsstoffen nodig om te overleven, wat nog een reden is waarom er
\ngeen nakomelingen van hen kunnen worden gemaakt.<\/p>\n