<\/span><\/h3>\nJe bent misschien zo opgewonden om eindelijk je
\nsuikerzweefvliegtuigje mee naar huis te nemen. Ze zijn zo zacht,
\nschattig en schijnbaar knuffelbaar – je wilt ze het liefst meteen
\nknuffelen. Hoe verleidelijk het ook mag zijn, dit is eigenlijk erg
\nstressvol voor ze.<\/p>\n
Hoewel hun thuiskomst erg verwacht werd, hebben ze nog steeds geen
\nidee wat er aan de hand is. Het enige wat ze weten is dat hun omgeving
\ndrastisch veranderd is. Er zijn tal van nieuwe bezienswaardigheden en
\ngeuren – allemaal onbekend. Het zal ze een minuutje kosten om al dat
\nnieuwe te verwerken.<\/p>\n
De eerste twee dagen<\/strong> nadat je suikerglider thuis is
\ngekomen, kun je hem beter niet aanraken of overprikkelen.<\/p>\n<\/span>2. Introducties langzaam maken<\/span><\/h3>\nHet is geen race, en elke suikerzwever acclimatiseert in zijn eigen
\ntempo – onbedoeld<\/em>. Omdat elke suikerzwever een andere
\npersoonlijkheid en temperament heeft, zullen sommigen sneller aan je
\nwennen dan anderen. Het leren van de eigenaardigheden en lichaamstaal
\nvan je suikerzweefvliegje is zo belangrijk als je begint te binden.<\/p>\nVolg hun voorbeeld. Als ze terughoudend zijn, respecteer dan hun
\ngrenzen. Maar geef ook niet op met het geven van aandacht. De eerste
\npaar weken zijn het belangrijkst als je een band met elkaar opbouwt.<\/p>\n
<\/span>3. Laat ze aan je vuile was
\nsnuffelen<\/span><\/h3>\nHeb je dat goed gelezen? Jazeker. Ons lichaam geeft veel interessante
\ngeuren af die onze dieren veel dingen over ons kunnen vertellen. Als je
\nsuikerzweefvliegje net begint te wennen aan zijn omgeving, moet hij ook
\nwennen aan ieder mens in huis.<\/p>\n
Leg een klein kledingstuk in hun kooi, of het nu een sok, handschoen
\nof onderhemd is. Zo kunnen ze wennen aan uw aanwezigheid, zonder dat u
\ner echt bent. Ze kunnen zich op hun eigen tempo aanpassen zonder dat ze
\ngedwongen worden.<\/p>\n
<\/span>4. Breng tijd met hen door<\/span><\/h3>\nU kunt met uw suikerzweefvliegje in dezelfde kamer zijn zonder enig
\ncontact te maken. Hoe meer ze wennen aan het gekraak, de chaos en het
\ngebabbel in het huishouden, hoe beter. Als ze alleen in een kamer zitten
\nzonder enige interactie, is de kans veel groter dat ze zich
\nterugtrekken, zelfs als er een paar weken voorbij zijn.<\/p>\n
Zet je suikerzweefvliegjes in een kamer waar niet te veel verkeer is,
\nmaar net genoeg om je vaak te zien. Je wilt hun stressniveau laag
\nhouden, maar hun aandacht open voor hun omgeving.<\/p>\n
<\/span>5. Zachtjes praten, niet
\naanraken<\/span><\/h3>\nSpreek rechtstreeks tegen je suikerzwever. Ga naar hun kooi, praat
\nzachtjes. Heck, als je de pijpen hebt, kun je zelfs zachtjes een deuntje
\nzingen. Kalmeer ze met kalmerende geluiden. Hoe aardiger je bent, hoe
\nmeer ze zullen opveren van nieuwsgierigheid in plaats van angst.<\/p>\n
Stemtonen doen veel voor de communicatie. Ook al weten ze niet wat je
\nzegt, ze kunnen toch horen dat je het niet kwaad bedoelt. Je hoeft ze in
\nhet begin niet aan te raken om een band te scheppen.<\/p>\n
<\/span>6. Respecteer hun lichaamstaal<\/span><\/h3>\nEr is geen reden om je te haasten. Neem je tijd. Let op hun stille
\nsignalen. Schrikken ze van je weg, kruipen ze ineen in een hoekje, of
\nraken ze extreem gespannen als je ze aanraakt? Respecteer hun reacties.
\nProbeer afzijdig te blijven tot ze doen alsof ze aangeraakt willen
\nworden.<\/p>\n
Hoe meer zij leiden en jij volgt, des te sneller kun je hun
\nvertrouwen verdienen.<\/p>\n